網頁圖片
PDF
ePub 版

eene beweging te stuiten, die overigens in Engeland zelf door de meeste Liberalen werd toegejuicht en GEORGE CANNING, een bekende voorstander der Emancipatie, werd in April 1827 eerste minister. Hij stierf ongelukkig vier maanden later (8 Augustus) en weldra kwamen de zuivere Tories, met den Hertog van WELLINGTON als hoofd van het Ministerie en Sir ROBERT PEEL als Home secretary, weer aan het roer (Januari 1828).

Te vergeefs trachtte de Regeering hare tegenstanders te verdeelen door de Dissenters te voldoen. De eeden, die hen sedert anderhalve eeuw uit alle openbare ambten sloten, werden afgeschaft (April 1828). Maar de Katholieken, die ten getalle van 800.000 petities ten voordeele van dien maatregel hadden geteekend, eischten luider dan ooit hun eigen recht en verdiend is het aan te stippen dat talrijke vrijzinnige Protestanten verzoekschriften in denzelfden zin aan het Parlement zonden.

De beslissende stoot gaf de bekende kiezing, welke in het graafschap Clare plaats greep.

Een der afgevaardigden van die omschrijving, WILLIAM VESEY FITZGERALD, had het ambt van voorzitter van den Board of Trade aanvaard en moest bijgevolg zich aan. eene herkiezing onderwerpen, eene loutere formaliteit trouwens, want de man, als zoon van den Prime sergeant FITZGERALD, die zich tegen de Unie zoo wakker had verzet, en als vriend der Katholieken voor wier emancipatie hij herhaaldelijk gestemd had, genoot de algemeene achting. Maar O'CONNELL had verklaard dat al wie zich met WELLINGTON en PEEL verbond, zou bestreden worden en, tegen zijnen dank, dwongen hem zijne eigene volgelingen de candidatuur van VESEY FITZGERALD te bekampen. Veel meer! men besloot dat hij zelf,

alhoewel als Katholiek niet kiesbaar, als candidaat zou optreden.

In dien tijd bestond er geene geheime stemming. De kiezers stemden mondelings en coram populo, zoodat ieder grondeigenaar aan het hoofd zijner pachters verscheen, die als één man voor den candidaat van hunnen landheer hunne stem uitbrachten. Zoo diep was zulks in de zeden gedrongen, dat elke poging om de volgelingen van eenen squire te winnen, als eene persoonlijke beleediging door dezen werd beschouwd en niet zelden tot eene uitdaging en tot een tweegevecht aanleiding gaf. En daar al de leidende families van het graafschap VESEY FITZGERALD ondersteunden, scheen dezes zegepraal onvermijdelijk. Maar de beweging, welke het Iersche volk thans beheerschte, was zoo machtig, dat voor de eerste maal de boeren van Clare hunne heeren in den steek lieten zelfs FITZGERALD'S eigene pachters lieten zich meesleepen en ten slotte werd O'CONNELL door 2057 stemmen tegen 1075 triomfantelijk gekozen (5 Juli 1828).

De indruk door die kiezing teweeggebracht was niet te beschrijven. PEEL en WELLINGTON, die weinige maanden te voren de Emancipatie der Katholieken als eene gevaarlijke utopie uitkreten, waren op eens bekeerd en nauwelijks was het Parlement weer bijeen of de Regeering diende zelve een wetsontwerp in om Katholieken en Protestanten gelijk te stellen (5 Maart 1829). Na stormige debatten want de Oranjemannen en Anglikaansche dwepers schreeuwden alsof men ze ging vermoorden

werd het ontwerp den 30 Maart door eene meerderheid van 36 stemmen in het Huis der Gemeenten doorgedreven. Eenige dagen later werd het in het Huis der Lords door eene meerderheid van 104

stemmen goedgekeurd, doch eerst nadat de Hertog van WELLINGTON zonder omwegen verklaard had te kiezen viel tusschen het herstellen der Katholieke grieven en eenen burgeroorlog.

dat er

Door de Emanciepatiewet werd aan de Katholieken het recht toegekend om in het Parlement en in alle andere beraadslagende lichamen te zetelen, alsmede om alle ambten te bekleeden, behalve die van Lord-Luitenant van Ierland en van Kanselier, hetzij van Groot-Britannië of van Ierland. Die beperking was van belang de Lord-Luitenant is het die meest alle plaatsen begeeft, en het recht van genade uitoefent, terwijl de Kanselier de magistraten (justices of the Peace) feitelijk benoemt en afstelt en bovendien in menig geval bevoegd is om te beslissen onder wiens voogdij een minderjarige zal worden gesteld en in welken godsdienst het kind zal worden opgevoed.

Van het bezoldigen der Roomsche geestelijkheid was er ditmaal geene spraak en evenmin van de inmenging der Regeering bij de aanstelling der bisschoppen, maar daarentegen werd het kiezerskorps deerlijk verminkt. In Ierland, evenals in Engeland, was tot dusver het bezit, hetzij als eigenaar of als levenslange pachter, van een goed, dat minstens £2 per jaar opbracht, voldoende om kiezer te worden, namelijk op het platteland. Thans werd dat minimum, voor Ierland alleen, op £ 10 gebracht. Duizenden Iersche kiezers meer dan de helft van het Katholieke kiezerskorps werden dus op de lijsten geschrapt een nieuw bewijs van het leugenachtige der bewering dat dank aan de Unie Ierland en Engeland op gelijken voet zouden worden gesteld en behandeld. En die duizenden kiezers behoorden juist tot de getrouwste aanhangers der

nationale partij, tot degenen die onlangs bij de kiezing in Clare O'CONNELL'S zegepraal hadden mogelijk gemaakt. Zooals een spreker het in het Parlement deed opmerken, werden zij van het stemrecht beroofd omdat zij met eerlijke onafhankelijkheid ervan gebruik maakten.

Een ander en bedenkelijker gevolg der verminking van het kiezerskorps hadde men kunnen en moeten voorzien. De grondeigenaars, met het oog op de vermeerdering van hunnen politieken invloed, hadden er belang bij hun land in een groot getal kleine pachthoeven te verdeelen en het bezit ervan aan de pachters voor hun leven lang schriftelijk te waarborgen. Dit belang verdween nu, daar kleine pachters geen stemrecht meer hadden, en naarmate de bestaande voorwaarden eindigden, werden zij niet hernieuwd: het land werd van jaar tot jaar verhuurd, ja heel dikwijls geene voorwaarde hoegenaamd toegestaan (tenure at will), zoodat het van den eigenaar afhing zijne boeren uit te drijven wanneer het hem lustte. Dat de landheeren van dat recht gebruik zouden maken, niemand kon er aan twijfelen en intusschen werd hun het middel geschonken om hunne ongelukkige pachters erger dan ooit te verdrukken en uit te buiten.

Hoe het mogelijk was dat O'CONNELL hierin toestemde is onverklaarbaar. Denkelijk hield hij zich overtuigd dat de Emancipatie der Katholieken ten spoedigste en op elken prijs diende te worden doorgedreven. Maar zij werd te duur betaald. Beter ware het geweest nog een paar jaren te wachten: de einduitslag was toch zeker en er bestond geene noodzakelijkheid om eenen maatregel in te willigen, die op de toekomst van het lersche volk zulk eenen verderfelijken invloed zou uitoefenen.

[blocks in formation]

OE belangrijk ook, was de Emancipatie der Katholieken wel eene schitterende zegepraal, maar geene oplossing van het vraagstuk. Zoolang Ierland met Engeland verbonden bleef, zou ongetwijfeld het machtigere en rijkere land het zwakkere en armere bij voortduring verdrukken en uitbuiten. Dat wist O'CONNELL beter dan iemand en, van den beginne af aan, had hij op het herroepen der Unie (Repeal) gewezen, als zijnde het doel van zijn streven. Gedurende den strijd om Emancipatie had hij ja die questie op den achtergrond moeten laten, maar thans, na de overwinning, verkondigde hij luider dan ooit dat er buiten het herstellen van Ierland's parlementaire onafhankelijkheid geene redding bestond. In Engeland was men woedend : Ierland's « ondankbaarheid » wekte overal de heftigste verontwaardiging en uit alle kanten werd er kermend gevraagd dat men aan den Ierschen agitator den mond zou toesnoeren. De Regeering trachtte zulks te doen het houden van meetings werd verboden en tegen O'CONNELL een proces ingespannen (1831), maar tot het uiterste durfde men niet overgaan en van de vervolging werd er afgezien, zoodat de Repeal-beweging, in weerwil van alle pogingen om haar te stremmen, krachtdadiger dan ooit werd voortgezet en zich over geheel Ierland onweerstaanbaar uitbreidde.

:

Geschiedenis van het lersche Volk

18

« 上一頁繼續 »